Compensatieregeling transitievergoeding en slapende dienstverbanden

Minister Koolmees heeft recentelijk op 13 december 2019 in een brief aan de Kamer duidelijkheid gegeven inzake de compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer.


Waar gaat het over?
Per 1 april 2020 treedt de compensatieregeling bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden en langdurige arbeidsongeschiktheid in werking. Het betreft een compensatieregeling voor werkgevers voor een betaalde transitievergoeding van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Deze regeling is tot stand gekomen met de gedachte dat voorkomen dient te worden dat werkgevers geconfronteerd worden met dubbele kosten namelijk de loondoorbetalingsplicht over 104 weken én de transitievergoeding bij ontslag.

In de praktijk van alle dag zijn er veel vragen van werkgevers en heeft de minister middels de brief van 13 december duidelijk gegeven inzake deze vraagstukken.

In de brief wordt duidelijkheid gegevens over 1) de maximering van de compensatie transitievergoeding en 2) uitspraak Hoge Raad van 8 november 2019 inzake beëindiging slapende dienstverbanden.

Maximering compensatie transitievergoeding
De compensatie bedraagt maximaal de transitievergoeding die is opgebouwd van het moment van start van het dienstverband tot het moment dat de werknemer 104 weken ziek is. De opbouw van de transitievergoeding loopt door tijdens een eventuele verlengde loondoorbetalingsplicht (opgelegd door het UWV) én de periode dat het dienstverband slapend is gehouden. Het UWV verstrekt de compensatie op verzoek van de werkgever bij einde van het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (na ten minste 104 weken ziekte).

Er was sprake van een zogenaamde tweede maximering maar hierover is beslist dat deze niet in werking zal treden per 1 april 2020. Het betreft een regeling waarbij de werkgever nooit meer gecompenseerd zou worden dan hetgeen tijdens 104 weken ziekte aan loon is betaald.

Uitspraak Hoge Raad 8 november 2019
Op grond van de aanstaande compensatieregeling transitievergoeding hebben veel werkgevers ervoor gekozen werknemers in een slapend dienstverband te behouden. Veel werkgevers kozen ervoor de uitspraak van de Hoge Raad af te wachten maar ook komt het voor dat werkgevers eenvoudig weg niet voldoende op de hoogte zijn van aanstaande wet-/regelgeving.

Op 8 november 2019 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan. De werkgever is verplicht, op basis van goed werkgeverschap, om een (slapend) dienstverband op verzoek van de werknemer te beëindigen. Gevolg hiervan is dat de werkgever tevens dient in te stemmen met een vergoeding ter hoogte van de transitievergoeding zoals verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst na 104 weken loondoorbetalingsplicht (óf na de periode van een eventuele loonsanctie).

Indien er nog reële re-integratiemogelijkheden zijn dan is er volgens de Hoge Raad een gerechtvaardigd belang bij de instandhouding van een arbeidsovereenkomst. Dit is echter niet het geval indien de werknemer recht heeft op een IVA-uitkering of de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt.


Overgangsrecht

Naast de invoering van de compensatie transitievergoeding voor werkgevers wordt per 1 januari 2020 ook de opbouw van de transitievergoeding aangepast. Dit kan bijvoorbeeld vervelende gevolgen hebben voor oudere werknemers met langdurige dienstverbanden die een lagere transitievergoeding krijgen. Ook van belang is te weten dat wanneer de loondoorbetalingsplicht bij ziekte eindigt voor 1 januari 2020 en de procedure na 1 januari 2020 start de compensatie berekend wordt volgens de nieuwe berekeningsmethode.


Oproep minister

Minister Koolmees roept werkgevers op om in de laatste periode van 2019 slapende dienstverbanden te beëindigen. Voor werkgevers waarvan de loondoorbetalingsplicht van ten minste 104 weken eindigt vóór 1 januari 2020 is het zaak nog voor genoemde datum de procedure tot het beëindigen van het dienstverband te starten, of met de werknemer in overeenstemming te komen. Alleen dan kan, zoals reeds beschreven bij overgangsrecht, de werkgever nog in aanmerking komen voor de hogere compensatie.


Aanvraag compensatie

Per 1 april 2020 kunnen werkgevers een compensatie aanvragen bij het UWV op grond van de Wet Compensatie Transitievergoeding. Deze regeling geldt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Hierover heeft Classen Consultancy reeds in een eerder stadium een artikel geschreven met details inzake de gegevens die verstrekt dienen te worden voor aanvraag van de compensatie.


Rondpompen van geld

Ondanks ik persoonlijk van mening ben dat het nog steeds “vrij stil” is omtrent de compensatieregeling, is het eigenlijk een kwestie van het rondpompen van geld. Wordt de gemiddelde werkgever hier nu echt beter van? Want uiteindelijk betalen werkgevers ook deze regeling weer middels een omslagstelsel.

Financiering van de compensatieregeling, inclusief uitvoeringskosten door het UWV, vindt plaats vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) (2019: 0,50%). Als gevolg hiervan wordt verwacht dat de Awf-premie structureel zal worden verhoogd met 0,1%. Men verwacht echter wel dat de compensatieregeling druk gaat leggen op de financierbaarheid omdat deze immers vanaf 1 april 2020 met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015 kan worden aangevraagd.

Bijzonder onderwijs
Ondanks dat werkgevers in het bijzonder onderwijs geen Awf-premie betalen omdat ze eigenrisicodrager zijn voor de WW, kunnen zij ook aanspraak maken op de compensatieregeling. Het recht op de compensatieregeling is namelijk niet afhankelijk van het betalen van de Awf-premie. Hierin voorziet de werkgever door een storting van een rijksbijdrage in het Awf. Dit bedrag wordt vervolgens weer in mindering gebracht op het beschikbare budget voor onderwijs op de begroting van het ministerie van OCW.

Overheidswerkgevers en de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra)
De overheidswerkgevers die op grond van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra), die op 1 januari 2020 in werking treedt, private werkgevers worden, kunnen eveneens een beroep doen op de compensatieregeling. Betreffende werkgevers blijven wel eigenrisicodrager voor de WW en betalen geen Awf-premie. Hierdoor leveren deze werkgevers geen bijdrage aan de compensatieregeling. Er wordt, voor zover bekend, nog onderzocht hoe ook deze werkgevers kunnen gaan bijdragen in de financiering van de compensatieregeling. Onder deze overheidswerkgevers vallen ook de werkgevers in het openbaar onderwijs. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat voor deze werkgevers een andere manier van financieren wordt bedacht dan de storting van een rijksbijdrage in het Awf voor werkgevers in het bijzonder onderwijs.

Oftewel: er is nog genoeg te doen in de laatste dagen van 2019 alvorens we kunnen starten aan 2020. 

 

Classen Consultancy ondersteunt u bij sociaal juridische vraagstukken 


Neem contact op via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 06 - 29 12 43 34 zodat we samen kunnen kijken wat Classen Consultancy voor u kan betekenen.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Contact gegevens

Classen Consultancy BV

Bezoek en postadres:
Van Laerstraat 21
5921 JG Venlo

E-mail info@classenconsultancy.nl
Website www.classenconsultancy.nl

Kamer van Koophandel 72624159

BTW NL 859178043B01

Social Media

Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn

 

Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag van 8:30 uur tot 18:00 uur.

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden van Classen Consultancy zijn hier te downloaden.

 

Privacy statement

In het privacystatement van Classen Consultancy is vastgelegd hoe wij, conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming, omgaan met de verwerking van persoonsgegevens.